Luisteren
Lynn vindt dat ze bij GGZ Drenthe serieus wordt genomen. “Dat merk je meteen. Toen ik voor de eerste keer naar GGZ Drenthe ging, was ik van tevoren heel erg zenuwachtig. Gelukkig waren mijn ouders ook mee. In de wachtkamer probeerde ik me voor te stellen hoe zo’n sociaal psychiatrisch verpleegkundige eruit zou zien. Ik dacht aan iemand in ziekenhuiskleding ofzo. Toen ze ons kwam halen, snapte ik eerst niet dat zij m’n hulpverlener was. Ze is jonger dan mijn moeder, leuk gekleed. Ik kan heel goed met haar praten. Net als met een vriendin, maar dan anders. Ik merkte direct dat ze goed luistert. Maar je moet wel zélf zoveel mogelijk vertellen.”
Vriendin
Het is even stil. Lynn: “Ik ben een echte vechter, op het sportveld en daarbuiten. Maar het werd zo veel dat ik dacht: hier kom ik in mijn eentje niet meer uit! Weinig mensen weten wat er met me aan de hand is. Mijn ouders natuurlijk wel en mijn zus. Mijn mentor op school heeft met de andere leraren erover gepraat. Zodat ze weten dat ik me niet aanstel als ik angstig de klas uitloop. En mijn beste vriendin Roos heb ik ook verteld wat er met me aan de hand is. Ik ben blij dat ze het weet. Nu begrijpt ze me veel beter. En als ze iets niet begrijpt dan vraagt ze het gewoon. Haar eerste reactie was: “Je kunt niet aan jou zien dat je wat hebt.” Aan de ene kant vind ik haar reactie wel prettig, want ik probeer natuurlijk om zo normaal mogelijk te doen. Aan de andere kant vind ik het wel jammer. Want ik wil eigenlijk ook wel dat mensen iets aan me zien. Dan houden ze rekening met me.”
Oplossingen
“In het begin dacht ik dat alles nu heel snel opgelost zou zijn. Maar mijn angsten waren niet ineens over. Mijn hulpverlener maakte me al snel duidelijk dat problemen die al lang bestaan niet in een paar weken verdwijnen. Zoiets kost tijd. Ik leer nu om te zeggen wat ik voel, op een manier dat anderen het ook begrijpen. En ik verzin oplossingen voor als ik weer bang ben dat ik moet overgeven. Het leukste is als je merkt dat het beter met je gaat. Toen ik bijvoorbeeld weer eens niet naar een verjaardag durfde, hebben mijn hulpverlener en ik manieren bedacht waardoor ik er toch heen durfde. En… inderdaad, dat hielp! Ik was heel trots op mezelf. Maar het gaat niet altijd goed. Soms krijg ik een dip en dan baal ik stevig.”
Trots
Lynn is er trots op dat ze zelfs in die moeilijke periode het volleyballen heeft volgehouden. “Mijn ouders vinden dit heel belangrijk. Ze stimuleren mij enorm om ermee door te gaan. Want als je ermee stopt, lig je eruit.” Hebben haar angsten dan geen invloed op het spel? “Ik speelde veel rustiger dan de anderen,” antwoord Lynn. “Ik ging harde confrontaties uit de weg. Dat het nu beter met me gaat is ook aan mijn spel te merken. Mijn vechtersmentaliteit komt weer terug. Ook op school!”