Spring naar navigatie Spring naar inhoud

Hilde is heel moe en heeft na schooltijd geen zin om nog iets te doen. Concentreren lukt haar niet. Haar ogenschijnlijk vage klachten hebben een serieuze oorzaak.

"Ik heb weer zin om af en toe met vriendinnen af te spreken."

Hilde, 19 | Psychose

Hilde zit voor de tweede keer in het examenjaar VWO. Haar ouders vinden een diploma belangrijk en daarom doet ze er alles aan om het deze keer te redden. Maar gemakkelijk is het niet. Ze is heel moe en heeft na schooltijd geen zin om nog iets te doen. Huiswerk schiet er vaak bij in, want concentreren lukt niet. Het lijkt gewoon een oververmoeide puber. Toch is er veel meer aan de hand.

Liever op de bank dan naar vriendinnen
Haar moeder is ongerust, want Hilde is er soms helemaal niet bij. Hilde hield altijd erg van winkelen en tennis, maar tegenwoordig kan haar dat niets meer schelen. Daarom zijn ze naar de huisarts geweest, maar uit het bloedonderzoek kwam niets bijzonders. Nu praat ze elke week met een psychiatrisch verpleegkundige, om te kijken of er misschien iets anders aan de hand is. Ondertussen brengt Hilde haar vrije tijd liever op de bank, dan op de tennisbaan door. ‘Dan hoef ik ook niet steeds met vriendinnen te praten, want mijn hoofd is al zo vol. Ik raak in de war van al die geluiden en krijg het er soms benauwd van. Het is gewoon even te veel, dat kan toch? Ik schrok wel toen de verpleegkundige laatst zei dat het misschien iets psychotisch is.’

Hilde heeft een psychose gehad
‘Ik vind de afspraken met de verpleegkundige eigenlijk wel fijn. Al weet ik nog steeds niet waarom ik mij nou zo rot voel. Weet je, soms gaat het een tijdje beter. Maar daarna word ik weer gék van mezelf. Aan haar kan ik gewoon vertellen hoe het gaat, zonder dat ze alleen maar ongerust is. Zoals mijn moeder. We hebben het niet alleen over wat niet lukt, maar ook over alle dingen die nog wél goed gaan. Ik wil misschien vrijwilligerswerk gaan doen, maar mijn moeder is bang dat het dan weer misgaat op school.’ Samen met de verpleegkundige gaat Hilde naar de psychiater van GGZ Drenthe. ‘Volgens hem had ik een psychose. Hij vertelde ook, dat als je er vroeg bij bent, er vaak nog veel aan te doen is om te voorkomen dat het nog eens gebeurt of erger wordt.’ Een uitgebreid psychologisch onderzoek bevestigt het vermoeden. Haar ogenschijnlijk vage klachten hebben een serieuze oorzaak.

Transcraniële magnetische stimulatie
‘Nu krijg ik medicijnen. Die helpen. Ik kan het op school al iets beter volhouden doordat het wat rustiger in mijn hoofd is. Het lukt weer om dingen te onthouden. En ik heb geen last van bijwerkingen. Ik heb ook psychotherapie, want soms kan ik heel boos worden. Waarom kreeg ik nou een psychose? Het is niet bekend wat de precieze oorzaak van een psychose is. Ik heb er waarschijnlijk aanleg voor. Veel stress kan het aanwakkeren. De psychiater stelde ook voor om mee te doen met een onderzoek. Dan houden ze een plastic houder boven je hoofd dat elektrische stroompjes stuurt om je hersenen te stimuleren. Transcraniële magnetische stimulatie noemen ze het. Dat vond ik eerst maar vaag en een beetje eng. Maar het werkt! Ik voel me minder moe. En ik heb weer zin om af en toe met vriendinnen af te spreken. Bij mij thuis. Ik heb hen trouwens gewoon verteld wat ik heb. Dan hoef ik tenminste niet steeds uit te leggen waarom ik niet mee ga stappen. Soms is dat wel moeilijk hoor, als ze praten over vriendjes die ze in het weekend ontmoeten. Meestal lig ik zaterdagavond uitgeput in bed.’

Medicijnen tegen een psychose
‘Ik ben blij dat ze mij goed hebben onderzocht. Ik weet niet of ik nu nooit meer een psychose krijg. Volgens de psychiater moet ik de medicijnen blijven slikken. En op tijd naar bed, want ik heb veel rust nodig. Misschien krijg ik nog andere therapie. Bijvoorbeeld cognitieve gedragstherapie in een groep, ik zou ook wel van anderen willen horen hoe het bij hen gaat. Mijn moeder vindt het fijn om te weten wat ik heb. Ik blijf voorlopig bij mijn ouders wonen. Thuis is het rustig en kan ik me beter concentreren. Zij letten erop dat ik regelmatig eet en slaap. En zij helpen me bijvoorbeeld om mijn huiswerk te plannen. Op school heb ik een stapje terug gedaan naar havo, zodat ik niet meer zo op mijn tenen hoef te lopen.’

De beschreven situaties zijn aan de werkelijkheid ontleend, de namen en persoonlijke omstandigheden zijn veranderd. De afgebeelde personen zijn geen patiënten maar modellen.